Stel dat je je niet altijd goed kunt oriënteren. Je wilt een nieuwe boswandeling maken. Je rijdt bijvoorbeeld zomaar willekeurig met de auto een bos in. Het punt waar je je auto parkeert markeer je in je GPS. Druk op het knopje: waypoint: 001 maken? Ja! Je wandelt het bos in. Je wilt rechtsaf. Maak: waypoint 002 maken? Ja! Je loopt verder. Bij een opvallende hoge dikke boom markeer je: waypoint 003 maken? Ja! Je loopt verder. Bij de picknicktafel ga je rusten. Maak: waypoint 004 maken? Ja! Bij elk waypointsnummer noteer je wat je ziet of doet. Terug: Als je terug naar je auto wilt, keer je om, en zoek je waypoint 003 in de tabel op en kies - Ga naar - . Waypoint 003 is nu - doel - geworden. Volg nu de pijl, dit herhalen tot aan je auto! 001. Een kind kan de was doen!
Maar een gewone losse gps is altijd nog makkelijk te hanteren. Het gaat erom dat je weet waar je bent en waar je heen moet.
Met een GPS kan je je positie aan de hand van satellieten op aarde definiëren. Het is eigenlijk een TomTom, maar werkt dan ook op ezelpaden en in het veld.